Velen leerden indertijd op school dat Drenthe een omgekeerd soepbord was waar het water vanaf stroomde naar de rand. Vanaf het Drents plateau lopen beken naar de randen van de provincie. Daarnaast ontsprongen enkele beken ‘hoog’ in de hoogvenen aan de rand van Drenthe. Op oudere kaarten is nog heel mooi te zien hoe stroomopwaarts de beken en beekjes Drenthe in honderden kleine stukjes opdeelden. Honderd jaar geleden begonnen de grote ontginningen op het Drents plateau en verdween deze fijnmazige structuur grotendeels.
Vanaf linksboven met de klok mee naar linksonder zijn de grote beekdalsystemen in Drenthe: Peizerdiep/Eelderdiep, Drentsche Aa, Hunze, Sleenerstroom/Drostendiep/Loodiep, Reest, Oude Diep, Ruiner Aa, Beilerstroom/Dwingelerstroom, Vledder Aa/Wapserveensche Aa.

Waar wegen een beekdal kruisten, leidden vaak kleine dijkjes door het drasse land naar de beek om vervolgens het verkeer via een voorde (doorwaadbare plaats) naar de overkant te leiden. (Zie verder ook Voorde)

abc-beekdal
Ontstaan van het Andersche Diep op het Gasselterveld op een kaart uit circa 1900.

Beekdalen waren onmisbaar voor de Drentse boeren. Ze lieten er hun koeien en paarden grazen en haalden uit de minder toegankelijke delen van het beekdal hun wintervoorraad hooi. De hoeveelheid groenland was sterk bepalend voor de groeimogelijkheden van een dorp. Overstromingen van het beekdal in najaar en voorjaar zorgden ervoor dat de graslanden vruchtbaar bleven. Bemesten was niet nodig. De kostbare mest kon men voor de essen bewaren. (Zie verder ook Esdorp)
Oorspronkelijk waren de groenlanden gemeenschappelijk bezit van de boeren van het dorp. Vanaf de zeventiende eeuw gingen veel dorpen ertoe over het groenland te scheiden en aan individuele boeren toe te delen. Dat die verdeling toen al plaatsvond, illustreert het belang van de groenlanden. (Zie verder ook Boermarke, Groenland en Houtwal)

Anloër diepje
Anloër diepje

De roep om een efficiëntere landbouw maakte dat in de loop van de twintigste eeuw steeds meer beekdalen ‘genormaliseerd’ werden om een snellere waterafvoer te bereiken en de waterstand beter te kunnen beheersen. Op land dat eerst alleen als hooiland geschikt was, konden voortaan ook aardappels worden verbouwd.
Het normaliseren van de Drentse beken heeft veel schade aan de natuurwaarden toegebracht. Beken die de dans deels wisten te ontspringen, zoals de Drentsche Aa en de Reest, horen nu tot de kostbaarste landschappen van Nederland. In andere Drentse beekdalen zijn de afgelopen jaren miljoenen geïnvesteerd om de landschappelijke waarden zo goed en kwaad als het ging weer zoveel mogelijk te herstellen. Het gaat daarbij onder andere om de Hunze, het Oude Diep en de Vledder Aa. (Zie verder ook Natuurontwikkeling)