Rond 2800 v.Chr. hield de trechterbekercultuur op met het bijzetten van hun doden in hunebedden. Voortaan ging men de doden begraven. De plek markeerden ze met een heuveltje. Aanvankelijk ging het steeds om één grafheuvel voor één dode, vandaar dat de archeologen van de enkelgrafcultuur spreken als opvolger van de trechterbekercultuur.
Ook de mensen van de daarop volgende steentijdcultuur die we naar hun aardewerk de klokbekercultuur gingen noemen (vanaf 2400 v.Chr.), markeerden de plekken waar ze de urn met crematieresten bijzetten, met een heuvel.

Rond 1900 v.Chr. begon in onze streken de bronstijd die tot ongeveer 800 v.Chr. heeft geduurd. De grafheuvels uit deze periode zijn de grootste en hoogste grafheuvels die we in deze streken kennen. Vaak werden aan de voet van de heuvels later nieuwe doden bijgezet of werd de heuvel een stukje opgehoogd om extra ruimte te creëren. Archeologen spreken in dit verband vaak van familiegrafheuvels. Verder tonen de vondsten in de heuvels aan dat in de bronstijd de verschillen tussen arm en rijk aanzienlijk waren.
Tegen het eind van de bronstijd woonden in Drenthe volkeren die hun doden weliswaar cremeerden, maar geen grafheuvels opwierpen. De resten werden in een urn verzameld en de urn werd begraven. Er ontstonden uitgestrekte urnenvelden waar honderden urnen werden bijgezet.In de ijzertijd (vanaf 800 v.Chr.)werden er opnieuw grafheuvels opgeworpen. Dit waren echter heel andere heuvels dan die van de bronstijd. Ze worden wel brandheuvels genoemd, omdat ze werden opgeworpen op de plaats waar de dode gecremeerd was. Vaak gaat het hier om groepen van enkele tientallen grafheuvels.

Tot ongeveer 400 na Chr. werden in deze streken de doden verbrand. Toen koos men ook hier in Drenthe ervoor de doden te begraven. Waarom? Was het de invloed van het naderende christendom? Niemand weet het precies. De graven kwamen in lange rijen naast elkaar, vandaar de naam rijengrafveld. Archeologen gaan ervan uit dat de oudste
Drentse esdorpen zo’n rijengrafveld gehad hebben, als voorloper van het ‘moderne’
kerkhof.
De hoogste grafheuvels fungeerden eeuwenlang als bakens op de heide en droegen namen als Galgenberg, Paasberg en Schattenberg. Het spreekt voor zich dat ze het onderwerp waren van veel verhalen die in het dorp verteld werden en die ervoor zorgden dat men de heide ‘s nachts het liefst meed…