Holtbossen horen tot de oerbossen die zich in het Holoceen op het
Drentse plateau ontwikkelden. (Zie verder ook Bos, Holoceen)

Een holt  is een hoogopgaand bos, doorgaans op lemige zware zandgronden waar naast es en linde vooral de eik de boventoon voert. Een andere opvallende verschijning in het holt is hulst die er vaak kon uitgroeien tot ware bomen. Varens begroeien grote delen van de bosbodem.

abc__Image_8_bos
Het Norgerholt is één van de oudste Drentse bossen.

Verreweg het grootste deel van de oude Drentse holtbossen is door de Drentse boeren ontgonnen tot landbouwgrond. Er zijn hooguit nog restanten van over aan de randen van de Drentse essen. Het oudste Drentse holt is waarschijnlijk het Norgerholt waarvan vastgesteld is dat de bosbodem er minstens duizend jaar oud is.
Net als alle andere Drentse bossen was ook het holt een gebruiksbos. De boeren haalden er hun timmer en brandhout vandaan. En wat was er gemakkelijker dan in het najaar de varkens het bos in te sturen (‘akeren’) om zich er de buik dik en rond te eten aan eikels.