IJzeroer ontstaat als ijzerverbindingen onder zuurstofloze omstandigheden in het grondwater oplossen. Als het water aan het oppervlak weer in contact met zuurstof komt, slaat het ijzer als roest (ijzeroxide) neer. Dit gebeurt dichtbij of aan de oppervlakte, bijvoorbeeld in een beekdal. Zo’n laag ijzeroer is soms wel 50 centimeter dik.

abc__Image_42_ijzer
IJzeroer spitten in het beekdal van de Andersche Diep.

Reeds in de ijzertijd kende men de mogelijkheden van de winning van ijzeroer langs de Drentse beken. In de negentiende eeuw kwam er opnieuw belangstelling voor de winning van het Drentse ijzeroer. Op tal van plaatsen werden smalspoorlijntjes in het beekdal aangelegd om de delfstof gemakkelijk te kunnen afvoeren. Verderop werd de tocht per schip gemaakt over de Drentse kanalen.
Het Drentse ijzeroer werd onder andere naar Engeland geëxporteerd waar men het gebruikte voor de zuivering van steenkoolgas.