Het landijs van de Saale-ijstijd (tussen 250 duizend tot 130 duizend jaar geleden) voerde puin aan dat over de bodem werd meegevoerd en of uiteindelijk door spleten in de gletsjers de bodem bereikte. Door het voortschuiven en zich terugtrekken van het ijs werd dit puin samen met ander materiaal in en onder het ijs gekneed tot een vrij homogene massa bestaande uit leem, zand en grind.Het wordt ‘kei-leem’ genoemd, omdat het een mengsel is van vermalen keien – de hunebedden werden van deze keien gebouwd – en heel fijn leem en alles daartussenin.
Keileem vormde in het Saalien de basis van het Drents plateau dat in de volgende ijstijd met een dikke laag dekzand bedekt werd. (Zie verder ook Dekzand en IJstijd)

Op sommige plekken in de heide is het dekzand weggestoven en ziet u de keileem als een laag kiezelstenen aan de oppervlakte. Als u goed naar de steentjes in de ‘heidevloer’ kijkt, ziet u dat deze niet door het rollen in het water glad gepolijst werden, zoals we van grind gewend zijn. Deze ijstijdkiezeltjes hebben hun scherpe kantjes niet verloren!
O