Niet lang na de komst van het christendom in Drenthe, waarschijnlijk reeds aan het begin van de negende eeuw, werden de eerste houten kerkjes gebouwd. De oudste parochies waren Anloo, Beilen, Diever, Rolde, Sleen en Vries. De laatste wordt meestal als het eerste kerkje in Drenthe beschouwd.

De grenzen van deze zes ‘oerparochies’ vielen samen met die van de dingspelen, de Drentse rechtsgebieden:
•  Beilen
•  Diever
•  Noordenveld (Vries)
•  Oostermoer (Anloo)
•  Rolde
•  Zuidenveld (Sleen)
Toename van de bevolking zorgde ervoor dat de oorspronkelijke parochies in de loop van de tijd gesplitst werden in kleinere kerkelijke gemeenten ofwel kerspelen.

abc__Image_45_kersp
Achttiende-eeuwse prent van de kerk in Diever.

Elk kerspel had een eigen kerspelkerk en een eigen priester. Het kerspel speelde daarnaast ook een rol in het wereldlijk bestuur in de persoon van de schulte. Deze functionaris, die in de middeleeuwen de wereldlijke dienaar van de bisschop van Utrecht was, verenigde in zich de functies van burgemeester, notaris en commissaris van politie. Later werden de schulten benoemd door de Drentse Landdag.
Met de komst van de moderne gemeenten in de Franse tijd verdwenen de kerspelen. Veel gemeenten kregen de eeuwenoude kerspelgrenzen. (Zie verder ook Gemeente)