De namen van de oudste Drentse esdorpen duiken meestal voor het eerst op in de elfde en twaalfde eeuw. Het meest herkenbaar zijn de namen die op ‘lo’ eindigen: Anloo, Ten Arlo, Dwingeloo, Grolloo, Loon en Peelo. Het woord ‘lo’ betekent bos. De oude Drenten kozen in hun bossen de vruchtbaarste plekken om hun akkers aan te leggen. Ook andere namen van esdorpen hebben met de ligging in een bosrijke omgeving te maken. In de naam ‘Roden’ zou het woord ‘rooien’ zitten. In ‘elte’ (Uffelte, Wittelte) de stam van het woord ‘holt’. (Zie verder ook Holt)
Andere plaatsbepalingen komen uiteraard bij de Drentse esdorpen voor. Een naam als ‘Eursinge’ is afkomstig van ‘overessinge’ ofwel een nieuw dorp dat aan de ‘overkant van de es’ gesticht werd. Dat zo’n ‘dochternederzetting’ vaker voorkwam, blijkt onder andere uit het feit dat de plaatsnaam Eursinge maar liefst vier keer in Drenthe voorkomt.
De middeleeuwse wegdorpen ontstonden aan de rand van Drenthe. De namen zijn te herkennen aan uitgangen als -wold en -veen, ofwel het soort gebied waar de dorpen ontstonden: Ruinerwold, Roderwolde, Kolderveen, Nijeveen, Wapserveen enzovoort. (Zie verder ook Wold)
In de dorpsnamen van de meeste Drentse veenkoloniën leeft vaak de naam van het zanddorp voort in wiens dorpsgebied het veen vergraven en ontgonnen werd: Nieuw-Buinen, Gasselternijveenschemond, Valthermond en Hijkersmilde. Bij plaatsen als Nieuw-Amsterdam, Nieuw-Dordrecht en Klazienaveen heeft de naam te maken met de investeerders van destijds. Klaziena was de naam van de echtgenote van de Groninger industrieel en vervener Willem Albert Scholten.