Grafheuvels en hunebedden zijn de belangrijkste zichtbare overblijfselen van de Drentse prehistorie. Tussen de hoge ‘monumentale’ grafheuvels uit het begin van de bronstijd en de veel lagere en ‘slordiger’ brandheuvels uit de ijzertijd begroef men in deze streken zijn doden een tijdlang in grafvelden waar men de crematieresten meestal in een urn bijzette. Archeologen dateren de tijd van de urnenvelden tussen 1100 en 500 v.Chr. De plaats van zo’n ‘necropool’ lijkt nogal eens bepaald door oudere grafheuvels die vlak in de buurt liggen. (Zie verder ook Grafheuvel).
