Tienduizend jaar geleden eindigde de Weichsel-ijstijd en begon de geologische periode die het Holoceen wordt genoemd. (Zie verder ook IJstijd en Holoceen)
De grondwaterspiegel begon steeds meer te stijgen en Drenthe veranderde van een kale zandvlakte in één groot bos. In de beekdalen kon zich uit afgestorven en deels verteerde planten laagveen gaan vormen. Meer en meer vulden de laagten in het Drentse landschap zich met veen. Maar in ons klimaat houdt de veenvorming op zo’n moment niet op. Dankzij de speciale eigenschappen van veenmos (Sphagnum) kan het veen blijven doorgroeien. Veenmossen hebben namelijk het vermogen om regenwater in hun cellen vast te houden, waardoor ze als een spons werken en op den duur boven de waterspiegel kunnen doorgroeien. We spreken dan van hoogveen.
Vanuit de laagten kon het hoogveen sinds zo’n 6500 jaar geleden geleidelijk aan a.h.w. tegen de rand van het ‘soepbord Drenthe’ omhoog kruipen en in de loop van de eeuwen steeds grotere oppervlakten bedekken. Uit archeologische vondsten weten we dat hele dorpen verlaten moesten worden vanwege het oprukkende veen…
Afhankelijk van de Sphagnum-soort – er komen wel veertig verschillende soorten veenmos in Drenthe voor – kan een veenmosplant tien tot veertig keer zijn eigen gewicht aan water in speciale cellen opslaan.

1/ Waterplanten en riet
2/ Veentje bijna dichtgegroeid
3/ Moerasbos met laagveen
4/ Veenmos groeit door: hoogveenvorming
Zolang voldoende vocht voorradig is, zullen veenmosplantjes bovenaan steeds doorgroeien. De ondereinden sterven weliswaar af, maar ze houden hun waterbergend vermogen. De ‘groeisnelheid’ van het oppervlak van een hoogveen kan onder gunstige condities wel zes tot veertien centimeter per honderd jaar zijn.

veenvorming op gang komt.
Een hoogveen is a.h.w. een enorme berg water. Het eerste probleem dat de verveners destijds altijd moesten aanpakken, was het ontwateren van het hoogveen met behulp van kanalen, wijken en greppels. Dezelfde ontwatering is tegenwoordig het probleem dat natuurbeheerders met hun hoogveenterreinen hebben: hoe houd je het water in het veen en voorkom je dat het wordt afgevoerd? In een provincie als Drenthe waar de waterhuishouding omwille van de landbouw in het verleden keurig geregeld werd, vraagt ‘t het nodig kunst- en vliegwerk om de veenreservaten nat en ‘levend’ te houden.
Het Bargerveen in Zuidoost-Drenthe en het Fochteloërveen aan de Drentse westgrens horen tot de belangrijkste hoogveenreservaten van Nederland. (Zie verder ook Turf)